ANODISEREN

Anodiseren

Anodiseren is een elektrochemische behandeling waarbij metalen zoals titanium en aluminium worden voorzien van een oxidelaag. Anodiseren wordt gebruik om corrosie vorming tegen te gaan. Maar wat is corrosie precies?

 

Corrosie is de ongewenste elektrochemische aantasting van metalen en komt ook bij aluminium voor. Op het moment dat aluminium in contact komt met zuurstof ontstaat een dun laagje aluminiumoxide van enkele nanometers dik op het oppervlak dat voor bescherming zou moeten zorgen. Niet te onderscheiden van nano coating.Echter op het moment dat verontreinigingen uit de atmosfeer in aanraking komen met aluminiumoxide, zoals chloride ionen die aanwezig zijn bij met name de kust, kunnen corrosie veroorzaken en dan voldoet de oxidelaag niet meer als beschermlaag. Enkele veelvoorkomende vormen van corrosie zijn putcorrosie, galvanische corrosie en filiforme corrosie. Een mogelijke oplossing voor het beschermen van aluminium tegen corrosie is anodiseren. Maar wat is anodiseren?

 

Tijdens anodiseren wordt onder elektrochemische omstandigheden een oxidelaag aangebracht op het aluminium substraat. Deze laag wordt aangebracht met een dikte tussen de 5 en 150 µm en is daarmee dikker dan de oorspronkelijke oxidelaag van enkele nm. De anodiseerde oxidestructuur is afkomstig van het aluminiumsubstraat en is volledig samengesteld uit aluminiumoxide (AI203). Dit aluminiumoxide wordt niet òp het oppervlak aangebracht zoals verf of beplating, maar is volledig geïntegreerd met het onderliggende aluminiumsubstraat, zodat het niet kan afbreken of schilferen. Het heeft een zeer geordende, poreuze structuur die secundaire processen mogelijk  maakt, zoals kleuren en afdichten. Deze oxidelaag heeft als eigenschappen dat het hard, slijtvast, elektrisch isolerend en poreus is en beschermt het oppervlak voor beschadiging zoals corrosie.

Het anodiseerproces bestaat uit drie stappen, namelijk een voorbehandeling van het oppervlak, het anodiseren zelf en tenslotte het sealen. Hierbij zijn de verkregen laagdiktes respectievelijk tussen de 5 en 30 µm terwijl bij hard anodiseren laagdiktes worden verkregen tussen de 25 en 150 µm. Dit verschil kan worden verklaard omdat bij hard anodiseren een hogere stroomsterkte wordt gebruikt.